-
1 klaarspelen
♦voorbeelden:1 hoe heb je dat klaargespeeld? • how did you manage (to do) that/manage to pull that off?zij zal het heus wel klaarspelen • I'm sure she'll manage -
2 beheren
♦voorbeelden:zijn vermogen door iemand laten beheren • let someone manage one's estate -
3 drijven
1 [aan de oppervlakte blijven] float, drift2 [zweven] float, drift ⇒ glide♦voorbeelden:doen drijven • float〈 figuurlijk〉 de onderneming drijft op orders van het rijk • governmental orders are the mainstay of the enterprisedrijven van het zweet • be dripping with sweatII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 [slaan] drive♦voorbeelden:de menigte uit elkaar drijven • break up the crowdde vijand uit het land drijven • drive the enemy out of the countryiemand in het nauw/een hoek drijven • drive someone to the wall/into a cornerde zaak op de spits drijven • bring the matter to a headdoor woede gedreven • driven by ragede spot met iemand drijven • make fun of someoneeen winkel drijven • run/manage a shop4 door stoom gedreven schepen • steam-driven/propelled shipsde prijzen naar omhoog/omlaag drijven • force prices up/down -
4 slagen
1 [+ in/met] [het er goed afbrengen] 〈 met persoon als onderwerp〉 succeed (in), be successful (in) ⇒ 〈 informeel〉 pull off 〈 in het bijzonder moeilijke opgave〉4 [succes hebben, goed uitvallen] be successful♦voorbeelden:1 ben je erin geslaagd? • did you pull it off/manage?in een winkel (kunnen) slagen • (manage to) get what one wants in a shophij slaagt er altijd in mij kwaad te maken • he always manages to annoy me/succeeds in annoying mehij is voor zijn Frans geslaagd • he has passed (his) Frenchde tekening is goed geslaagd • the drawing has turned out well -
5 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:buiten/zonder mijn weten • without my knowledgenaar/bij mijn (beste) weten • to (the best of) my knowledge————————weten2♦voorbeelden:1 dat weet zelfs een kind! • even a fool knows that!zij die het kunnen weten zeggen … • the well-informed say …ik had het kunnen weten • I might have knownik zal het u laten weten • I'll let you knowzij weet met iedereen om te gaan • she has a way with everyoneweten te ontkomen • manage to escapezich weten te redden • cope, managehij wil (graag) weten, dat hij communist is • he makes no secret about being a communistniets van iemand willen weten • not want to have anything to do with someoneik zou wel eens willen weten waarom hij dat zei • I'd like to know why he said thatje zou eens moeten weten …, als je eens wist … • if only you knewdaar weet ik alles van • I know all about itmet haar weet je het nooit • you never know with herik weet het! • I've got it!het is maar dat u het weet • I thought you ought to know, just so you knowweet je het al, hij is failliet • have you heard the news, he's gone bankruptik ga hier weg; nu weet je het! • I'm leaving this place; so there!voor je het weet, ben je er • you're there before you know itze hebben het geweten • they found out (to their cost)hij wou er niets van weten • he wouldn't hear of itnu weet ik nóg niets! • I'm no wiser than I was (before)!ik weet wat …, weet je wat … • I know what …, you know what …hij weet (niet) wat hij wil • he doesn't know his own mindweten wat je doet • beware what you are abouthij weet wel wat een goede fles wijn is! • he knows a good bottle of wine when he sees one!je weet wie het zegt • look who's talkingwie weet • who knowsje moet het zelf (maar) weten • it's your decisionhij weet niet beter of het hoort zo • he doesn't know any betterje zou beter moeten weten • you should know better (than that), you should have known betterik weet niet beter dan dat hij morgen komt • as far as I know he's coming tomorrowhij weet ervan • he's aware of itik weet het niet meer • I really can't rememberik zou het niet weten • I wouldn't knowhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • he couldn't get away fast enoughals dat geen zwendel is dan weet ik het niet (meer) • if that isn't a fraud I don't know what isik zou niet weten waarom (niet) • I don't see why (not)ik weet nog zo net niet of ik kom • I don't know if I'll comehij heeft ik-weet-niet-hoeveel huizen • he owns I don't know how many housesweet je wel, je weet wel • you knowzeker weten! • no buts about it!weet je het zeker? • are you (absolutely) sure?iets zeker weten • be sure about somethingvoor zover ik weet • as far as I knownaar ik weet • to my knowledgeergens iets op weten • have an answer to somethingte weten • namelyiets te weten komen • find out somethingik weet van niks • I know nothing about itwat weet jij nu van tuinieren? • much you know about gardeningvan geen wijken (willen) weten • stick to one's gunsvan geen ophouden weten • not know when to stopkinderen weten van geen vermoeidheid • children know no fatiguezonder dat iemand het wist, had hij … • unknown to anyone, he had …als je dat maar weet! • keep it in mind!hij wil niet weten dat hij ziek is • he won't admit to being illniet dat ik weet • not that I knowweet je nog? • (do you) remember?〈 informeel〉 weet ik veel! • search me!〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • what the eye doesn't see the heart doesn't grieve overje weet wel beter • you know better (than that)ik vermoeid? dat weet ik nog zo (zeker) niet! • me tired? I don't knowik wist niet wat ik zag! • I couldn't believe my eyes!je weet ('t) maar nooit • you never know -
6 behelpen
〈wederkerend werkwoord; zich behelpen〉♦voorbeelden:zich zo goed mogelijk behelpen (met iets) • make do (with something) -
7 bolwerken
♦voorbeelden:het (kunnen) bolwerken • manage (it), pull it off; stick it out -
8 ergens met (veel) kunst- en vliegwerk in slagen
ergens met (veel) kunst- en vliegwerk in slagenmanage to do something by pulling out all the stops, just about manage to do somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens met (veel) kunst- en vliegwerk in slagen
-
9 hanteren
1 [omgaan met] handle ⇒ operate, employ, 〈 formeel〉 ply 〈 bijvoorbeeld instrument, wapen〉 wield 〈 bijvoorbeeld pen, wapen〉♦voorbeelden:een … goed weten te hanteren • be handy with a …gemakkelijk te hanteren • easy to handle/managemoeilijk te hanteren • unwieldy, difficult/awkward to handle, unmanageable -
10 hoe heb je dat klaargespeeld?
hoe heb je dat klaargespeeld?how did you manage (to do) that/manage to pull that off?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hoe heb je dat klaargespeeld?
-
11 iets op de kop (weten te) tikken
iets op de kop (weten te) tikken(manage to) pick something up, (manage to) get hold of something/come by somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets op de kop (weten te) tikken
-
12 kans
1 [mogelijkheid] chance ⇒ possibility, opportunity, 〈 op iets onaangenaams〉 liability, 〈 op iets onaangenaams〉 risk♦voorbeelden:〈 informeel〉 (een) dikke kans dat … • a good chance that …hun kansen zijn gelijk • it's a toss-up between thembijna gelijke kansen • short oddseen goede kans maken voor de benoeming • be well in the running for the appointmentde kans is groot dat … • the odds are that …zijn kansen ten volle benutten/waarnemen • make the most of one's opportunitieshij heeft een goede/veel kans te winnen • he stands/has a good chance of winningde kansen keren • the tide/his luck is turningde kansen doen keren • turn the tidede kans lopen • run the riskeen/geen kans maken op • stand a/no chance of (something/doing something)de kansen staan erg goed/slecht voor hem • his chances are very good/poorhij zag zijn kansen stijgen • he saw his chances multiplyik zie er wel kans toe • I think I can manage itkans zien te ontkomen • manage to escapeje hebt alle kans dat • there's every chance thater is kans op regen • there's a chance of rainkans van slagen hebben • have a chance of successdaar is geen kans op • that's unlikelymorgen is er meer kans • there'll be a better chance tomorrowje hebt de meeste kans het in Van Dale te vinden • you're most likely to find it in Van Dale〈 informeel〉 weinig kans ! • not much chance!de kans is honderd tegen één • the odds/chances are a hundred to onezijn kansen aangrijpen/waarnemen • seize the opportunityzijn kans afwachten • await one's chanceseen gemiste kans • a lost/missed opportunityde kans is verkeken • you've had your chance/opportunityde kans van zijn leven • the chance of a/his lifetimegeen schijn van kans • not a chance in the world -
13 klaarmaken
3 [presteren] do ⇒ manage♦voorbeelden:iemand klaarmaken voor een examen • prepare someone for an exam2 brood klaarmaken • make some/the sandwicheshet ontbijt klaarmaken • make breakfast, get breakfast readyeen slaatje/drankje klaarmaken • make/mix a salad/drinkniet veel klaarmaken • not be up to much -
14 klaren
♦voorbeelden:1 kan hij dat alleen klaren? • can he manage that alone? -
15 kop
1 [deel van het dierlijk lichaam] head7 [afbeelding; iets met de gedaante van een kop] head8 [persoon] head9 [audio, video] head♦voorbeelden:kop dicht! • shut up!〈 figuurlijk〉 een houten kop hebben • have a hangover, have a thick headeen kale kop • a bald headzij is een kop kleiner dan hij • she's a head shorter than he iseen mooie kop met haar • a beautiful head of haireen rooie kop krijgen • go red, flushhou je kop! • shut up!, shut your trap!hij had zichzelf wel voor zijn kop kunnen slaan • he could have kicked himselfkop op! • chin/cheer up!〈 figuurlijk〉 op zijn kop krijgen • get a good scolding/telling-offje krijgt het niet al ga je op je kop staan • you're not going to get it no matter what you dozich voor de kop schieten • blow one's brains outzij kreeg een kop als vuur • she turned as red as a beetrootdat is een knappe kop • he is a smart fellowmet een kwaaie kop weglopen • leave in a huffiemand aan zijn kop zeuren • nag someonehij heeft het nu eenmaal in zijn kop • he has taken it into his headde kop van Overijssel • the north of Overijsselde kop van een spijker/hamer • the head of a nail/hammerde kop van een stoet/het peloton • the head of a procession/the platoon〈 sport〉 de kop nemen • take the lead, go into the leadop zijn kop staan • be topsy-turvy/upside downover de kop gaan/slaan • overturn, somersault〈 figuurlijk〉 over de kop gaan • go broke, foldeen kop en schotel • a cup and saucer6 grote/vette koppen • big/bold headlinesde koppen tellen • count headseen gerucht de kop indrukken • 〈 ook〉 squash/scotch a rumourde kop opsteken • surface, crop upde griep steekt weer de kop op • the flu is rearing its (ugly) head againiets op de kop (weten te) tikken • (manage to) pick something up, (manage to) get hold of something/come by somethinghet is vijf uur op de kop af • it is exactly five o'clock -
16 kunstwerk
2 [weg- en waterbouw] construction/structural works ⇒ constructions♦voorbeelden:1 dat is een klein kunstwerkje • it's a little gem/masterpiece¶ ergens met (veel) kunst- en vliegwerk in slagen • manage to do something by pulling out all the stops, just about manage to do something -
17 lappen
2 [klaarspelen] manage, pull off3 [met een lap schoonmaken] clean4 [sport] [een ronde voorkomen] lap♦voorbeelden:3 ramen lappen • clean/wash the windowsiemand erbij lappen • blow the whistle on someoneals je (mij) dat nog een keer lapt • if you do that again1 [geld bij elkaar brengen] pass the hat (a)round -
18 lukken
♦voorbeelden:1 het is mij gelukt • I did it, I managedhet is niet gelukt • it didn't work/didn't go through, it was no gohet lukte hem te ontsnappen • he managed to escapehet wil niet erg lukken, nietwaar? • it's not working, is it?de cake is goed gelukt • the cake turned out welldie foto is goed gelukt • that photo has come out welldat lukt je nooit • you'll never manage that/bring it offhet zal wel lukken • it'll work -
19 managen
-
20 redden
2 [uit een situatie helpen] save3 [+ het] [gedaan krijgen] manage♦voorbeelden:we moeten zien te redden wat er te redden valt • we must make the best of a bad jobde toestand/zaak redden • save the dayzichzelf weten te redden • work out one's own salvationredde wie zich redden kan • run for your livesII 〈wederkerend werkwoord; zich redden〉♦voorbeelden:ik red me best! • I'm managing all right!1 [redding brengen] save♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
MANAGE — Manage … Wikipédia en Français
Manage — Manage … Deutsch Wikipedia
Manage/m — Technical Operations WebSuitemanage/m is a toolbox of web based applications from Lufthansa Technik AG. manage/m allows the Lufthansa Technik’s customers to control all aspects of their fleet’s technical operations online via the Internet (www).… … Wikipedia
manage — man‧age [ˈmænɪdʒ] verb 1. [intransitive, transitive] COMMERCE to direct or control a business, part of a business, or the people who work in it: • He will be managing a staff of about 1,500. • The unions had undermined the employers ability to… … Financial and business terms
Manage — Man age, n. [F. man[ e]ge, It. maneggio, fr. maneggiare to manage, fr. L. manushand. Perhaps somewhat influenced by F. m[ e]nage housekeeping, OF. mesnage, akin to E. mansion. See {Manual}, and cf. {Manege}.] The handling or government of… … The Collaborative International Dictionary of English
Manage — Man age, v. t. [imp. & p. p. {Managed}; p. pr. & vb. n. {Managing}.] [From {Manage}, n.] 1. To have under control and direction; to conduct; to guide; to administer; to treat; to handle. [1913 Webster] Long tubes are cumbersome, and scarce to be… … The Collaborative International Dictionary of English
manage — [v1] be in charge, control administer, advocate, boss, call the shots*, call upon, captain, care for, carry on, command, concert, conduct, counsel, designate, direct, disburse, dominate, engage in, engineer, execute, govern, guide, handle, head,… … New thesaurus
Manage — Man age, v. i. To direct affairs; to carry on business or affairs; to administer. [1913 Webster] Leave them to manage for thee. Dryden. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
manage — [man′ij] vt. managed, managing [It maneggiare < mano, hand < L manus: see MANUAL] 1. Obs. to train (a horse) in its paces; cause to do the exercises of the manège 2. to control the movement or behavior of; handle 3. to have charge of;… … English World dictionary
manage — I verb administer, administrare, administrate, be in power, boss, care for, carry on, command, conduct, control, cope with, dictate, direct, disburse, dominate, engineer, execute, exercise authority, govern, guide, handle, have control, have… … Law dictionary
manage — (v.) 1560s, probably from It. maneggiare to handle, especially to control a horse, ultimately from Latin noun manus hand (see MANUAL (Cf. manual) (adj.)). Influenced by Fr. manège horsemanship (earliest English sense was of handling horses),… … Etymology dictionary